9 Variabele waterjuffer

Variabele waterjuffer (Foto: Erik Moonen)

Figuur 9.1: Variabele waterjuffer (Foto: Erik Moonen)

9.1 Meetnetkarakteristieken

Tabel 9.1: Karakteristieken van het meetnet Variabele waterjuffer
Meetnetkarakteristieken
Veldprotocol Transecttelling imago’s
Aantal bezoeken (per jaar) 2
Telperiode 01/05 - 30/06
Selectie locaties Steekproef
Aantal locaties 30
Duur meetcyclus (jaar) 3

9.2 Aantal tellingen, tellers en getelde locaties

Figuur 9.2 toont het aantal tellers, het aantal tellingen en het aantal getelde meetnetlocaties voor het meetnet Variabele waterjuffer. Tijdens de eerste meetnetcyclus (2017 - 2019) werden er zoals gepland jaarlijks minstens 10 locaties geteld.

Figuur 9.2: Monitoringsinspanning voor het meetnet Variabele waterjuffer

9.3 Vergelijking tussen de jaren

Figuur 9.3 toont de jaarlijkse verschillen t.o.v. referentiejaar.

We zien in 2019 een sterke afname (--) t.o.v. het referentiejaar 2016. Dit kan mogelijks te verklaren zijn door de keuze van de getelde meetnetlocaties in de verschillende jaren. De 30 meetnetlocaties worden immers geteld in een meetcyclus van drie jaren en de tellers kunnen vrij kiezen welke locaties in welk jaar geteld worden. Deze keuze kan dus een invloed hebben op de verschillen tussen de jaren in de eerste meetcyclus (2016 - 2019). Net zoals bij de Bosbeekjuffer is relevanter om de verschillende meetcyclussen met elkaar te vergelijken, maar daarvoor moeten we dus nog eerst de tweede meetcyclus afwerken.

Jaarlijkse verschillen in aantallen t.o.v referentiejaar met het 90 \% betrouwbaarheidsinterval voor de Variabele waterjuffer. De symbolen geven de classificatie van de verschillen weer (R = referentie; `++` = sterke toename; `+` = toename; `+~` = matige toename; `~` = stabiel; `-~` = matige afname; `-` = afname; `--` = sterke afname; `?+` = mogelijke toename; `?-` = mogelijke afname; `?` = onbekend). De stippellijnen tonen de referentiewaarde (0 \%), de ondergrens (-25 \%) en de bovengrens (+33 \%) waarop de classificatie gebaseerd is.

Figuur 9.3: Jaarlijkse verschillen in aantallen t.o.v referentiejaar met het 90 % betrouwbaarheidsinterval voor de Variabele waterjuffer. De symbolen geven de classificatie van de verschillen weer (R = referentie; ++ = sterke toename; + = toename; +~ = matige toename; ~ = stabiel; -~ = matige afname; - = afname; -- = sterke afname; ?+ = mogelijke toename; ?- = mogelijke afname; ? = onbekend). De stippellijnen tonen de referentiewaarde (0 %), de ondergrens (-25 %) en de bovengrens (+33 %) waarop de classificatie gebaseerd is.

9.4 Trend

Over de periode 2017 - 2020 vertoont de Variabele waterjuffer een gemiddelde jaarlijkse trend van 6 % met een 90%-betrouwbaarheidsinterval tussen -11 % en 25 %. De trend is onbekend. Eenmaal de tweede meetcyclus (2020 - 2022) is afgewerkt, zullen we een betere inschatting kunnen maken van de trend.

9.5 Andere waargenomen libellensoorten in het meetnet Variabele waterjuffer

In Tabel 9.2 geven we een overzicht voor alle getelde libellensoorten in het meetnet Variabele waterjuffer.

Tabel 9.2: Overzicht van de waargenomen libellen in het meetnet Variabele waterjuffer. Totaal = totaal aantal individuen; Gemiddeld = gemiddeld aantal getelde individuen per bezoek; bezoeken = het aantal bezoeken dat soort werd geteld; proportie bezoeken (%) = proportie van de bezoeken dat soort werd waargenomen
Nederlandse naam Wetenschappelijke naam Totaal Gemiddeld Bezoeken Proportie bezoeken (%)
Variabele waterjuffer Coenagrion pulchellum 4375 47.04 93 71
Watersnuffel Enallagma cyathigerum 653 13.89 47 6
Lantaarntje Ischnura elegans 649 12.73 51 42
Azuurwaterjuffer Coenagrion puella 502 10.04 50 30
Vuurjuffer Pyrrhosoma nymphula 193 4.02 48 23
Viervlek Libellula quadrimaculata 130 2.65 49 26
Vroege glazenmaker Aeshna isoceles 119 2.12 56 32
Grote roodoogjuffer Erythromma najas 107 2.28 47 14
Gewone oeverlibel Orthetrum cancellatum 103 2.15 48 22
Bloedrode heidelibel Sympetrum sanguineum 96 2.04 47 11
Breedscheenjuffer Platycnemis pennipes 57 1.21 47 9
Smaragdlibel Cordulia aenea 57 1.16 49 22
Koraaljuffer Ceriagrion tenellum 47 1.00 47 5
Bruine korenbout Libellula fulva 46 0.96 48 8
Grote keizerlibel Anax imperator 42 0.86 49 19
Bruine winterjuffer Sympecma fusca 34 0.71 48 12
Weidebeekjuffer Calopteryx splendens 26 0.55 47 9
Gewone pantserjuffer Lestes sponsa 22 0.47 47 4
Glassnijder Brachytron pratense 20 0.41 49 13
Houtpantserjuffer Chalcolestes viridis 16 0.34 47 5
Vuurlibel Crocothemis erythraea 13 0.27 48 5
Zuidelijke keizerlibel Anax parthenope 8 0.17 48 6
Beekoeverlibel Orthetrum coerulescens 7 0.15 47 4
Tengere pantserjuffer Lestes virens 6 0.13 47 1
Bruinrode heidelibel Sympetrum striolatum 5 0.11 47 5
Platbuik Libellula depressa 5 0.11 47 5
Gevlekte witsnuitlibel Leucorrhinia pectoralis 3 0.06 47 3
Bosbeekjuffer Calopteryx virgo 2 0.04 47 1
Gaffelwaterjuffer Coenagrion scitulum 2 0.04 47 1
Metaalglanslibel Somatochlora metallica 2 0.04 47 2
Sierlijke witsnuitlibel Leucorrhinia caudalis 1 0.02 47 1
Zuidelijke heidelibel Sympetrum meridionale 1 0.02 47 1
Zuidelijke oeverlibel Orthetrum brunneum 1 0.02 47 1
Zwarte heidelibel Sympetrum danae 1 0.02 47 1
Zwervende heidelibel Sympetrum fonscolombii 1 0.02 47 1

Van de doelsoort en de vijf meest getelde overige soorten geven we in Figuur 9.4 het gemiddeld aantal getelde exemplaren per bezoek voor elk jaar.

Figuur 9.4: Gemiddeld aantal getelde individuen per bezoek voor Variabele waterjuffer en de vijf meest voorkomende andere libellensoorten van het meetnet Variabele waterjuffer