6 Bosbeekjuffer

Copula Bosbeekjuffer (foto: Erik Moonen)

Figuur 6.1: Copula Bosbeekjuffer (foto: Erik Moonen)

6.1 Meetnetkarakteristieken

Tabel 6.1: Karakteristieken van het meetnet Bosbeekjuffer
Meetnetkarakteristieken
Veldprotocol Transecttelling imago’s
Aantal bezoeken (per jaar) 3
Telperiode 20/05 - 20/08
Selectie locaties Steekproef
Aantal locaties 30
Duur meetcyclus (jaar) 3

6.2 Aantal tellingen, tellers en getelde locaties

Figuur 6.2 toont het aantal tellers, het aantal tellingen en het aantal getelde meetnetlocaties voor het meetnet Bosbeekjuffer. Zoals aangegeven in Tabel 6.1 bestaat het meetnet uit 30 locaties en duurt de meetcyclus drie jaar. Gemiddeld gezien zouden er dus ongeveer 10 locaties per jaar geteld moeten worden met drie bezoeken per locatie. We zien dat er 2019 maar 4 locaties geteld werden, maar dit werd in het komende jaar grotendeels gecompenseerd met 19 getelde locaties. In 2020 werden 46 bezoeken uitgevoerd, dus niet alle locaties werden driemaal bezocht.

Figuur 6.2: Monitoringsinspanning voor het meetnet Bosbeekjuffer

6.3 Vergelijking tussen de jaren

Figuur 6.3 toont de jaarlijkse verschillen t.o.v. referentiejaar.

Door de grote onzekerheid op de resultaten kunnen we geen uitspraak doen over de verschillen tussen de jaren. Bosbeekjuffer wordt geteld met een meetcyclus van drie jaar. Elk locatie wordt dus in principe om de drie jaar geteld. Daarom is het relevanter om verschillende meetcyclussen met elkaar te vergelijken, bijvoorbeeld de meetcyclus 2018 - 2020 met de meetcyclus 2021 - 2023. Maar voorlopig hebben we enkel gegevens voor de eerste meetcyclus.

Jaarlijkse verschillen in aantallen t.o.v referentiejaar met het 90 \% betrouwbaarheidsinterval voor de Bosbeekjuffer. De symbolen geven de classificatie van de verschillen weer (R = referentie; `++` = sterke toename; `+` = toename; `+~` = matige toename; `~` = stabiel; `-~` = matige afname; `-` = afname; `--` = sterke afname; `?+` = mogelijke toename; `?-` = mogelijke afname; `?` = onbekend). De stippellijnen tonen de referentiewaarde (0 \%), de ondergrens (-25 \%) en de bovengrens (+33 \%) waarop de classificatie gebaseerd is.

Figuur 6.3: Jaarlijkse verschillen in aantallen t.o.v referentiejaar met het 90 % betrouwbaarheidsinterval voor de Bosbeekjuffer. De symbolen geven de classificatie van de verschillen weer (R = referentie; ++ = sterke toename; + = toename; +~ = matige toename; ~ = stabiel; -~ = matige afname; - = afname; -- = sterke afname; ?+ = mogelijke toename; ?- = mogelijke afname; ? = onbekend). De stippellijnen tonen de referentiewaarde (0 %), de ondergrens (-25 %) en de bovengrens (+33 %) waarop de classificatie gebaseerd is.

6.4 Trend

Over de periode 2018 - 2020 vertoont de Bosbeekjuffer een gemiddelde jaarlijkse trend van -8 % met een 90%-betrouwbaarheidsinterval tussen -33 % en 22 %. De trend is dus onbekend (?). We zullen een duidelijker beeld krijgen van de trend eenmaal de tweede meetcyclus (2021 - 2023) is afgerond.

6.5 Andere waargenomen libellensoorten in het meetnet Bosbeekjuffer

In Tabel 6.2 geven we een overzicht voor alle getelde libellensoorten in het meetnet Bosbeekjuffer.

Tabel 6.2: Overzicht van de waargenomen libellen in het meetnet Bosbeekjuffer. Totaal = totaal aantal individuen; Gemiddeld = gemiddeld aantal getelde individuen per bezoek; bezoeken = het aantal bezoeken dat soort werd geteld; proportie bezoeken (%) = proportie van de bezoeken dat soort werd waargenomen
Nederlandse naam Wetenschappelijke naam Totaal Gemiddeld Bezoeken Proportie bezoeken (%)
Bosbeekjuffer Calopteryx virgo 1811 20.58 88 82
Weidebeekjuffer Calopteryx splendens 557 13.59 41 36
Vuurjuffer Pyrrhosoma nymphula 58 1.53 38 10
Bruine korenbout Libellula fulva 31 0.82 38 9
Azuurwaterjuffer Coenagrion puella 30 0.77 39 9
Breedscheenjuffer Platycnemis pennipes 26 0.68 38 10
Variabele waterjuffer Coenagrion pulchellum 19 0.50 38 2
Lantaarntje Ischnura elegans 15 0.39 38 5
Gewone oeverlibel Orthetrum cancellatum 13 0.33 39 7
Beekoeverlibel Orthetrum coerulescens 11 0.28 39 7
Gewone bronlibel Cordulegaster boltonii 11 0.29 38 7
Bloedrode heidelibel Sympetrum sanguineum 10 0.26 39 7
Koraaljuffer Ceriagrion tenellum 8 0.21 38 5
Metaalglanslibel Somatochlora metallica 6 0.15 39 6
Grote keizerlibel Anax imperator 5 0.13 39 5
Blauwe glazenmaker Aeshna cyanea 4 0.10 39 2
Platbuik Libellula depressa 4 0.10 39 3
Paardenbijter Aeshna mixta 3 0.08 38 2
Bandheidelibel Sympetrum pedemontanum 2 0.05 38 1
Smaragdlibel Cordulia aenea 2 0.05 38 1
Viervlek Libellula quadrimaculata 2 0.05 38 1
Vroege glazenmaker Aeshna isoceles 2 0.05 39 1
Bruine glazenmaker Aeshna grandis 1 0.03 38 1
Bruinrode heidelibel Sympetrum striolatum 1 0.03 38 1
Gewone pantserjuffer Lestes sponsa 1 0.03 39 1
Glassnijder Brachytron pratense 1 0.03 38 1
Houtpantserjuffer Chalcolestes viridis 1 0.03 38 1

Van de doelsoort en de vijf meest getelde overige soorten geven we in Figuur 6.4 het gemiddeld aantal getelde exemplaren per bezoek voor elk jaar.

Figuur 6.4: Gemiddeld aantal getelde individuen per bezoek voor Bosbeekjuffer en de vijf meest voorkomende andere libellensoorten van het meetnet Bosbeekjuffer