8 Aantal waarnemingen i.f.v. beschikbare landschapsvariabelen

In dit hoofdstuk geven we een overzicht van alle landschapskenmerken die in aanmerking genomen zijn om het model te bouwen. We geven voor elk landschapskenmerk telkens twee figuren. De eerste figuur toont een kaartje met de waarde van het landschapskenmerk per rastercel. De cirkels op deze kaart geven de steenuilwaarnemingen aan. De tweede figuur is een smoother van het aantal waarnemingen per onderzochte rastercel in functie van het landschapskenmerk. Wanneer deze smoother een horizontale lijn is, dan kunnen we veronderstellen dat dit landschapskenmerk geen invloed heeft op het aantal steenuilwaarnemingen. Rond de smoother wordt een betrouwbaarheidsinterval gegeven. Hoe smaller dit interval, hoe sterker de link tussen het landschapskenmerk en het aantal steenuilwaarnemingen.