6.2 Scenario’s

Voor de toekomstige landschapsherinrichting in Gooik heeft de VLM in het kader van de modelanalyse vier scenario’s aangeleverd.

6.2.1 Scenario 1: ruilverkavelingsplan als compromis tussen o.a. natuur- en landbouwaspecten, met voor de natuurwaarden algemeen gezien een stand-still en een verbetering op enkele locaties

Dit is het plan met maatregelen die via de ruilverkaveling (RVK) uitgevoerd worden. Een team van verschillende experten voor de thema’s wetgeving en beleid, ecologie, landschap, landbouw, hydrologie, recreatie en mobiliteit, onroerend erfgoed en archeologie, hebben de RVK Gooik onderzocht. Op basis van terreinkennis, interne en externe studies en gekende noden van open-ruimte-actoren in Gooik, werden sectorale visies opgesteld. Deze werden binnen het team geïntegreerd tot een algemene visie voor het gebied. Vervolgens werd dit gedetailleerd tot op het niveau van maatregelen met als resultaat het ruilverkavelingsplan.

Wettelijk moet er in een ruilverkaveling voor ecologie een stand-still van de huidige situatie behaald worden. Maar in Gooik gaat de visie voor ecologie verder dan dit. De ruilverkaveling wil enerzijds de meest waardevolle natuurzones veilig stellen op langere termijn en de natuurwaarde daarvan verder ontwikkelen, en anderzijds een verbindend ecologisch netwerk uitbouwen door heel het gebied. De agrarische structuur is hierbij een randvoorwaarde, de beekvalleien en de grote bosgebieden zijn structuurbepalend.

Het behouden, uitbreiden, bufferen en verbinden van ecologisch waardevolle percelen is een eerste belangrijke ecologische component. In Gooik komen een aantal (heel) waardevolle natuurelementen voor, zoals bossen met voorjaarsflora, bloemrijke graslanden, hoogstamboomgaarden en moerassen. Meestal gaat het om verspreid liggende kleinere relicten in valleien of op drogere heuvels, maar er liggen ook enkele grotere bossen in Gooik. Deze natuurzones vormen de kern van de ecologische structuur in het Gooikse landschap waar dieren en planten kunnen overleven en van waaruit ze zich kunnen verspreiden. Deze gebieden zijn cruciaal voor het behoud van de niet-landbouwgebonden natuur in Gooik. Het opzet is om deze in een netwerk te verbinden. Kleinere natuurzones vormen zo stapstenen tussen de grotere boscomplexen. De veelvuldig voorkomende kleine landschapselementen vormen de verbinding tussen de natuurzones. Door de landbouwgebieden kunnen ecologische verbindingen worden gelegd via stapstenen en linten van kleine landschapselementen. De groen-gele aders in het landbouwlandschap zijn volgens de visie van fundamenteel belang voor het ecologisch functioneren van de open ruimte in Gooik. Bij groene aders denken we aan de opgaande kleine landschapselementen zoals hagen, houtkanten, knot- en andere bomenrijen die Gooik zo typeren en die nog veelvuldig aanwezig zijn (alhoewel achteruitgaand). De gele aders zijn echter minstens zo belangrijk in een landschap dat gedomineerd wordt door landbouwgebruik en de daarmee samenhangende akkerfauna en -flora. De laatste jaren is de akkerfauna en -flora in landbouwgebieden sterk achteruit gegaan. In een intensiverend landbouwgebied is een versterking van de groen-gele aders, die zowel leefgebied als verbindingsgebied zijn, van essentieel ecologisch belang.

6.2.2 Scenario 2: ruilverkavelingsplan (scenario 1) + hoogstamboomgaardenplan

Een aantal decennia geleden was Gooik de fruitstreek die de stad Brussel bevoorraadde van vers fruit. Overal in het landschap stonden hoogstamboomgaarden. Intussen hebben de meeste van die hoogstamboomgaarden hun economische functie verloren en verdwijnen ze geleidelijk uit het landschap. Met het ruilverkavelingsproject wordt getracht om opnieuw meer hoogstamboomgaarden in het landschap te krijgen. Op cruciale plaatsen worden er boomgaarden geplant in openbaar domein zoals opgenomen in het ruilverkavelingsplan.

Maar vooral zullen particulieren aangemoedigd worden om op hun eigendommen hoogstamboomgaarden te (laten) planten. Via de specifieke maatregel van erfbeplanting is dit in het kader van de ruilverkaveling mogelijk. Aangezien deze maatregelen op vrijwillige basis zullen uitgevoerd worden is de mate van realiseerbaarheid op voorhand moeilijk in te schatten. Via lokale partner het Regionaal Landschap Pajottenland en Zennevallei wordt gezocht naar particulieren die willen meewerken.

Specifiek voor deze vrijwillige aanplantingen is er een afzonderlijke ‘Boomgaardenkaart’ opgemaakt die naast het ruilverkavelingsplan bestaat. Momenteel zijn op heel wat plekken de restanten van hoogstamboomgaarden nog terug te vinden. Vaak gaat het om enkele oude bomen die overblijven van een oorspronkelijke boomgaard. Op basis van kennis van de huidige situatie en landschappelijke en/of ecologische redenen, zijn percelen geselecteerd om tot hoogstamboomgaard om te vormen. Samen met scenario 1 vormen deze percelen het scenario 2.

6.2.3 Scenario 3: ruilverkavelingsplan (scenario 1) + een extreme voorspelling van verschuiving van landbouwgebruik

Een onderdeel van de ruilverkaveling is de herverkaveling. Daarbij worden perceelsgrenzen ‘uitgegomd’ en vervangen door nieuwe perceelsgrenzen die beter passen op de nieuwe structuur van het projectgebied. Eigenaars en gebruikers krijgen daarna nieuwe percelen die op een andere plek kunnen liggen dan hun huidige percelen. Het gevolg kan zijn dat het concrete gebruik van een perceel verandert, bv. van grasland naar akker of omgekeerd. In scenario 3 wordt uitgegaan van een extreme voorspelling van verandering van landbouwgebruik.

  • In de valleien is de aanname een behoud van bestaand grasland en een omzetting van alle akkers in grasland. Op basis van o.a. het reliëf is de grens vallei – plateau bepaald. De percelen die in de afgebakende vallei-zone op het plan liggen zijn als grasland ingevuld.
  • Op de kouters / leemplateau’s is de aanname dat alle percelen in akkerlandgebruik komen. De bestaande graslanden worden omgezet naar akker. Hierbij zijn wel een aantal uitzonderingen waarmee rekening wordt gehouden. Graslandpercelen met huiskavel naast de boerderij, tuin- en paardenweiden, percelen met sterk reliëf e.d. zullen normaal niet spontaan in akker worden omgezet en blijven dus als grasland behouden in het scenario 3.

Tenslotte zijn op het plan een aantal percelen verspreid over het projectgebied aangeduid waar het huidig bodemgebruik behouden blijft, om allerlei redenen. Daar verandert de huidige situatie niet na herverkaveling.

6.2.4 Scenario 4: Uitgangssituatie (toestand periode van inventarisatie) + hoogstamboomgaardenplan

Het 4e scenario vertrekt van de toestand van de ruilverkaveling ten tijde van de inventarisatie. Deze uitgangssituatie is ook de basis die samen met de steenuileninventarisaties gebruikt is om het model op te maken. De uitgangssituatie wordt gecombineerd met de boomgaardenkaart uit scenario 2 – die op vrijwillige basis wordt gerealiseerd – tot scenario 4.