4 Resultaten

In de periode van 1994 tot 2017 werden in totaal 32.076 muskusratten gedissecteerd en onderzocht op het INBO. Bij de dissectie van 1994 tot 2007 van 16.128 muskusratten troffen we geen dieren aan die besmet waren met vossenlintworm. In 2008 registreerden we een eerste positief dier. Vanaf 2009 werden daarom alle muskusratten, die door VMM-bestrijders werden gevangen, ingezameld en aan het INBO onderzocht. In de periode 2009 - 2017 werden 15.402 muskusratten gedissecteerd en gescoord voor EM. Er werden in diezelfde periode 17.497 muskusratten gevangen door de VMM. Van alle in deze periode gevangen exemplaren ontbreken er dus 12%. Vermoedelijk gaat het over dieren die in te verre staat van ontbinding waren of de gedissecteerde dieren waaraan geen locatie toegekend kon worden. De ontbrekende ratten zijn min of meer verspreid over Vlaanderen, met een piek aan de gewestgrens (Fig. 4.1). Dit is niet verwonderlijk gezien daar, in absolute aantallen, ook de meeste muskusratten gevangen worden. Wanneer we kijken naar het totaal aantal gevangen exemplaren in Vlaanderen, d.w.z. zowel door de VMM als de provinciale en gemeentelijke rattenvangers gevangen dieren, dan stellen we wel vast dat een groot deel van de muskusratten uit West-Vlaanderen niet onderzocht werd (Fig. 4.2). Dit omdat enkel de rattenvangers van de VMM en niet de lokale rattenvangers deelnamen aan dit project.

Figuur 4.1: Verschillen tussen door VMM gevangen muskusratten en aantal gedissecteerd muskusratten.

Figuur 4.2: Verschillen tussen alle geregisteerde vangsten en aantal gedissecteerd ratten.

4.1 Geografische spreiding

In figuur 4.3 en 4.4 wordt de geografische verspreiding gegeven van de huidige prevalentiedata in de INBO-databank betreffende de 32.412 muskusratten die in de loop der jaren werden gedissecteerd. De gegevens van 1994-2007 worden in één kaartje samengevat (figuur 4.3) gezien er in die periode geen aanwezigheid van EM werd vastgesteld. Hierbij wordt een idee gegeven van het aantal en de spreiding van de onderzochte muskusratten. Al de dieren uit deze periode werden negatief voor EM bevonden.

Figuur 4.3: Gedissecteerde muskusratten in de periode 1994-2007. Geen van deze muskusratten was besmet met EM.

De parasiet komt vooral voor in de gewestgrenszone tussen Spierre-Helkijn en Beersel. Ook duiken enkele positieve gevallen op in het zuidelijk deel van de provincie Limburg.

Figuur 4.4: Percentage geïnfecteerde muskusratten per jaar. Klikken op de gemeente geeft aantal besmette muskusratten/totaal aantal gedissecteerde muskusratten.

4.2 Opdeling per regio

Tabel 4.1 geeft het aantal muskusratten dat positief (P) werd bevonden voor EM en het aantal voor EM negatief (N) bevonden muskusratten per regio. In een beperkt aantal gevallen kon geen zekerheid bekomen worden over het al dan niet besmet zijn van het onderzochte dier (?).

Tabel 4.1: Aantal voor EM positief, negatief en onduidelijk bevonden muskusratten per regio.
Vlaanderen
Wallonië
Frankrijk
jaar P N ? P N ? P N ?
2008 0 4 0 1 181 0 0 360 0
2009 3 471 0 50 1372 8 0 488 0
2010 12 804 1 9 242 1 0 694 0
2011 15 1190 6 18 299 2 0 664 0
2012 6 887 17 12 331 5 0 389 2
2013 13 664 11 9 140 2 0 136 0
2014 6 1096 1 13 494 0 0 104 0
2015 8 1127 0 7 193 0 0 0 0
2016 3 1249 0 0 112 0 0 0 0
2017 16 1815 0 2 183 0 0 0 0

De gemiddelde prevalentie bedraagt 3.3% in Wallonië terwijl deze in Vlaanderen beperkt blijft tot 0.9%. Bij de muskusratten uit Frankrijk werden nog geen besmette dieren aangetroffen. Wanneer we de drie regio’s vergelijken vinden we een significant effect van regio (p < 0.001). Deze gegevens dienen wel met de nodige voorzichtigheid geïnterpreteerd te worden aangezien het om opportunistische waarnemingen uit Wallonië en Frankrijk gaat (soms worden muskusratten net over de grens gevangen om instroom te voorkomen), in tegenstelling tot de systematische en gebiedsdekkende inspanning in Vlaanderen.

Wanneer we kijken naar de trend in Vlaanderen (Fig. 4.5) dan zien we dat het percentage geïnfecteerde muskusratten schommelt rond een gemiddelde van 0.8%. Het percentage besmette exemplaren ligt dus erg laag in Vlaanderen.

Percentage geïnfecteerde muskusratten in Vlaanderen voor de periode 2008 - 2017. De grijze lijn geeft het gemiddelde percentage voor deze periode aan.

Figuur 4.5: Percentage geïnfecteerde muskusratten in Vlaanderen voor de periode 2008 - 2017. De grijze lijn geeft het gemiddelde percentage voor deze periode aan.

4.3 Opdeling per geslacht

Er worden meer mannelijke muskusratten gevangen dan vrouwelijke (tabel 4.2). De sexratio is vergelijkbaar voor alle onderzochte regio’s.

Tabel 4.2: Sexratio van alle gevangen muskusratten per regio.
sex Frankrijk Vlaanderen Wallonië
F 0.44 0.42 0.43
M 0.56 0.58 0.57

Wanneer we enkel naar de geïnfecteerde muskusratten kijken zien we dat ook hier meer mannelijke muskusratten gevangen worden (tabel 4.3). In Vlaanderen is het verschil meer uitgesproken dan in Wallonië, waar we eenzelfde ratio zien als hierboven.

Tabel 4.3: Sexratio van geïnfecteerde muskusratten per regio.
sex Vlaanderen Wallonië
F 0.35 0.42
M 0.65 0.58

Er is echter geen significant verschil (p = 0.27) tussen de ratio man/vrouw bij niet-geïnfecteerde versus geïnfecteerde muskusratten in Vlaanderen.

4.4 Opdeling per lichaamsgewichtsklasse

Figuur 4.6 toont de distributie van de lichaamsgewichten van alle gedissecteerde muskusratten gevangen in Vlaanderen. Onder normale omstandigheden (geen bestrijding) verwachten we dat deze gewichten een normale verdeling vertonen. De data tonen echter een links-scheve distributie. Met lichaamsgewicht als proxy voor leeftijd toont dit aan dat er relatief meer jonge dieren gevangen worden.

Distributie van lichaamsgewichten van alle uit Vlaanderen onderzochte muskusratten.

Figuur 4.6: Distributie van lichaamsgewichten van alle uit Vlaanderen onderzochte muskusratten.

Vanaf het spenen loopt een jonge muskusrat het risico om besmet te geraken met de lintwormeieren. De kans op besmetting neemt toe naarmate het dier langer en actiever aanwezig is op het terrein. Na opname van EM-eieren neemt ook de kans geleidelijk toe dat er cysten in de lever worden gedetecteerd. Met een toenemende leeftijd mag dan ook een toename van de kans op een zichtbare infectie verondersteld worden. Wanneer we het lichaamsgewicht gebruiken als proxy voor de leeftijd, blijkt dit ook uit onze resultaten (Figuur 4.7). Het feit dat er geen besmette dieren met een gewicht > 1500g vinden kan verklaard worden doordat dit een zeer kleine cohorte is (75 dieren).

Percentage geïnfecteerde (roze) en onzekere (zwart) muskusratten per gewichtsklasse (g).

Figuur 4.7: Percentage geïnfecteerde (roze) en onzekere (zwart) muskusratten per gewichtsklasse (g).

Uit figuur 4.7 is af te leiden dat de infectiekans van muskusratten onder de 500 gram bijzonder laag is in vergelijking met zwaardere/meer volwassen dieren. We zien ook dat het aantal onduidelijke gevallen toeneemt met het gewicht. Mogelijk komt dit door een opstapeling van andere parasieten in de lever, zo blijkt bijvoorbeeld ook dat er een positieve correlatie is tussen het lichaamsgewicht van de muskusrat en de graad van infectie met Taenia taeniaeformis (correlatie = 0.49, p < 0,001).

4.5 Opdeling per maand

Figuur 4.8 toont de percentages geïnfecteerde en onzekere dieren ten opzichte van elkaar.

Percentage geïnfecteerde (roze) en onzekere (zwart) muskusratten per maand.

Figuur 4.8: Percentage geïnfecteerde (roze) en onzekere (zwart) muskusratten per maand.

Het grootste percentage besmette muskusratten vinden we in het voorjaar. Gezien de seizoenale voortplanting van de muskusrat, verandert de leeftijdsstructuur van de populatie tijdens het jaar. Het percentage jonge dieren stijgt drastisch vanaf mei terwijl in het najaar minder jongen geboren worden. De voorjaarspopulatie bestaat overwegend uit overwinterde subadulte dieren en een kleinere fractie oudere dieren (> 1 jaar) (Fig. 4.9). Dit verklaart dan ook deels het verschil in prevalentie tussen beide jaarhelften.

Distributie van het lichaamsgewicht van de gedissecteerde muskusratten per maand.

Figuur 4.9: Distributie van het lichaamsgewicht van de gedissecteerde muskusratten per maand.