Validatie

Het model moet gevalideerd worden op basis van een gekende referentietoestand. Meestal (en ook verder als voorbeeld in dit document) wordt de actuele toestand hiervoor gebruikt.

Bij de validatie worden de beschikbare biotische (vegetatiekaarten) en abiotische gegevens (terreinmetingen en modelberekeningen) vergeleken met de outputlagen van NICHE (zuur- en trofiegraad, potenties).

Validatie trofie- en zuurgraad

Tijdens een eerste validatiestap wordt er gekeken of de door NICHE berekende trofie en zuurgraad in overeenstemming zijn met de beschikbare abiotische gegevens. Hierbij kunnen bv. veldmetingen van bodem pH vergeleken worden met de voorspellingen van NICHE Vlaanderen voor de zuurgraad.

Deze stap heeft natuurlijk enkel betrekking op de validatie voor het volledige (full) NICHE model. In het vereenvoudigde (simple) model wordt immers geen rekening gehouden met de trofie- en zuurgraad bij de bepaling van de potenties.

Validatie potenties/vegetatievoorspellingen

Tijdens een tweede validatiestap wordt dan gekeken of op de plaatsen waar een vegetatietype actueel aanwezig is, ook effectief potenties voorspeld worden. Hoe groter de actuele oppervlakte waarvoor potentie opgegeven wordt, hoe beter. En, omgekeerd, hoe minder potentie voorspeld wordt binnen het actuele voorkomen, hoe slechter. Plaatsen waar potenties voorspeld worden, maar het vegetatietype actueel niet aanwezig is, zijn niet per se foutief, maar kunnen bv. het gevolg zijn van het toegepaste beheer.

Om deze tweede validatiestap uit te voeren is er dus ook nood aan een overzicht van de actuele verspreiding van de NICHE vegetatietypen. Hiervoor kan een beroep worden gedaan op eigen vegetatiekaarten of op de Biologische Waarderingskaart(BWK)-Habitatkaart van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek.

Een indicatieve vertaalsleutel tussen de Europese habitattypen en regionaal belangrijke biotopen (rbb) die in de Habitatkaart worden gebruikt, en de NICHE vegetatietypen, wordt in de tabel niche_hab_rbb.csv gegeven.

Een validatiescore kan per vegetatietype worden berekend als de mate waarin de actuele aanwezigheid van het type voorspeld wordt door het NICHE Vlaanderen model in het studiegebied. Hiervoor wordt gekeken hoe groot de oppervlakte is met voorspelde potentie binnen elke polygoon van de actuele vegetatiekaart (bv. de BWK-habitatkaart) waarbinnen het vegetatietype actueel aanwezig is.

Als er gebruik wordt gemaakt van de BWK-habitatkaart moet ermee rekening gehouden worden dat niet elke polygoon uitsluitend één enkel vegetatietype bevat. Soms worden meerdere vegetatietypen toegekend aan één enkele polygoon. Elk aanwezig vegetatietype krijgt dan tijdens de kartering een aandeel (%) toegekend in de oppervlakte van de polygoon (veld “PHABx”, met x de volgorde volgens afnemend aandeel van de verschillende vegetatietypen). Dat aandeel kan worden verrekend in de kalibratiescore. Is een vegetatietype bv. slechts in 30% van de polygoonoppervlakte aanwezig, dan bedraagt de validatiescore op basis van die ene polygoon 100% van zodra er voor minstens 30% van de polygoonoppervlakte potenties worden voorspeld. Dit is een louter boekhoudkundige aftoetsing omdat er abstractie gemaakt wordt van de effectieve ruimtelijke overlap tussen potentie en aanwezigheid. De juiste actuele ligging van de oppervlakte van een vegetatie in “complex” is immers niet gekend.

Het Niche package bevat een validatiemodule om deze procedure uit te voeren: zie de tutorial.

Validatieresultaten verbeteren

Als er systematische afwijkingen tijdens de validatie aan het licht komen moeten de invoerlagen van het model onder de loep worden genomen.

Hieronder geven we een (niet limitatief) overzicht van de aandachtspunten per inputlaag:

  • NICHE bodemkaart:

    • is de kartering nog geldig voor de actuele situatie (de standaard NICHE bodemkaart is afgeleid uit de Vlaamse bodemkaart die gebaseerd is op terreinwerk uitgevoerd in de periode 1947-1973)?

    • is de ligging en omvang van de veengronden realistisch?

    • zijn er bijkomende gegevens beschikbaar om de kaart te valideren, aan te vullen of te verbeteren (o.a. in de niet gekarteerde zones, sterk vergraven gebieden, de militaire domeinen, …)?

  • Grondwaterstanden:

    • is de resolutie van het grondwatermodel en digitaal hoogtemodel hoog genoeg?

    • hoe goed zijn de kalibratieresultaten van het grondwatermodel? is de ruimtelijke verspreiding van de gebruikte meetpunten voldoende?

  • Trofie:

  • Zuurgraad:

Voor het volledige (full) NICHE model is het ook mogelijk om de NICHE Vlaanderen berekende zuurgraad- en trofiekaarten te overschrijven (zie hier) met zelf aangemaakte of aangepaste zuurgraad- en/of trofiekaarten.