Berekening zuurgraad acidity

Output

NICHE Vlaanderen genereert een vereenvoudigde kaart van de zuurgraad van de standplaats ingedeeld in de volgende klassen (veld acidity):

Zuurgraadklassen in NICHE

acidity

zuurgraadklasse_bodem

ph_kcl_soil

1

zuur

3.5 ‐ 5

2

zwak zuur

5 ‐ 6.5

3

neutraal/basisch

6.5 ‐ 8

Principe

NICHE berekent de zuurgraad van de standplaats op basis van:

  • het bodemtype;

  • de gemiddelde laagste grondwaterstanden (GLG);

  • het al dan niet overstromen met basenrijk water;

  • de kwelflux;

  • de mineraalrijkdom van het grondwater;

  • de eventuele aanwezigheid van een regenwaterlens.

Als uitgangspunt geldt dat bij hoge grondwaterstanden de standplaats beïnvloed wordt door de kenmerken van het grondwater. Bij lage grondwaterstanden kan regenwater infiltreren en wordt de standplaats zuurder.

Als:

  • er kwel met mineraalarm grondwater is,

  • of als er overstroming met basenrijk water optreedt,

  • of als een regenlens aanwezig is,

… wordt de zuurgraad van de standplaats bijgestuurd als volgt:

_images/acidity_principle.png

De definitie van de hoge, tussenliggende en lage grondwaterstanden verschilt naargelang het bodemtype en wordt in onderstaande tabel weergegeven (zie ook soil_mlw_class.csv):

GLG drempelwaarden per bodemgroep

Bodemgroep 1

Bodemgroep 2

Bodemgroep 3

Minerale bodems

Organische bodems

Trilveen

Grondwaterstand

K1, Z1, Z2, L1

KV, LV, ZV, V

P

Hoog

]-999 – 80] cm

]-999 – 50] cm

]-999 – 30] cm

Tussenliggend

]80 – 110]

]50 – 80]

]30 – 50]

Laag

]110 – 9000]

]80 – 9000]

]50 – 9000]

positieve GLG-waarden = onder maaiveld

De beslisregels voor de zuurgraad kunnen ook worden samengevat als volgt:

_images/acidity_table.png

B = neutraal/basisch, ZW = zwak zuur, Z = zuur

Invoergegevens

Implementatie in het package niche_vlaanderen

Bepaling bodem_GLG klasse

In eerste instantie worden de 3 bodemgroepen onderscheiden.

  • minerale bodems: Z1 of Z2 of L1 of K1 (of NG);

  • organische bodems: V of ZV of LV of KV;

  • trilveen: P.

Elke bodemcode wordt aan een bodemgroep gekoppeld in de tabel soil_codes.csv.

Op basis van de bodemgroep en de GLG wordt de soil_mlw (bodem_GLG) klasse bepaald. Dit gebeurt aan de hand van de tabel soil_mlw_class.csv.

Bij het gebruik van de codetabel soil_mlw_class wordt de bovengrens van elke GLG-categorie meegenomen in de categorie, maar niet de ondergrens: een GLG van 110 cm onder maaiveld resulteert voor minerale bodems in een soil_mlw (bodem_GLG) klasse van 2 terwijl een GLG van 80 cm onder maaiveld met een soil_mlw klasse van 1 overeenkomt.

Als reële getallen voor de GLG worden gebruikt worden de waarden afgerond op 2 decimalen, d.w.z. 80.005 zal 80.01 cm (> 80, soil_mlw klasse van 2) worden en 80.004 zal 80.00 cm (= 80, soil_mlw klasse van 1) worden.

Bepaling kwel klasse

De reële waarden uit het grid Kwel seepage worden ingedeeld in 3 klassen, gaande van 1 (infiltratie) tot 3 (sterke kwel van meer dan 1 mm/dag)

De kwelflux wordt aan een kwel klasse gekoppeld in de tabel seepage.csv.

Bij het gebruik van deze tabel wordt de bovengrens van elke kwel-categorie meegenomen in de categorie, maar niet de ondergrens: een kwel van -1 mm/dag hoort dus bij de categorie “much seepage/veel kwel”, bij -0.1 mm kwel per dag spreekt men van “little seepage/kwel”.

Bepaling zuurcode

Aan de hand van de bodem_GLG klasse, de eventuele aanwezigheid van een regenwaterlens, de kwelflux en mineralenrijkdom van het grondwater en het al dan niet optreden van overstroming met basenrijk water wordt de zuurcode bepaald. Dit gebeurt op basis van de tabel lnk_acidity.csv.