Voorwoord

Vlaanderen kent de laatste jaren een opvallende terugkeer en toename van een aantal grote zoogdiersoorten. Hoefdieren als ree en everzwijn zijn er volop aanwezig en hun aantallen en areaal nemen nog jaarlijks toe. Maar ook carnivorensoorten als vos, das, steen- en boommarter tonen sterk groeiende populaties en sinds korte tijd behoren ook otter en wolf opnieuw met zekerheid tot de Vlaamse zoogdierenfauna. Ook de terugkeer van de bever, Europa’s grootste knaagdier, kadert binnen deze trend. Alhoewel de bever sinds 2000 terug in Vlaanderen voorkomt en intussen sterk in aantal is toegenomen, bevindt de populatie zich nog in volle expansie en neemt het areaal nog jaarlijks toe. Dit gebeurt in een versnipperd landschap waar bebouwing, landbouw en natuur- en waterbeheer weliswaar voor voldoende geschikt habitat zorgen, maar dat anderzijds potentiële conflicten genereert. Het evenwicht vinden tussen het beheersen van deze conflicten en het waarborgen van een gezonde populatie van een dergelijke waardevolle soort, vergt een weloverwogen aanpak. In die context zijn langdurige kwaliteitsvolle gegevens onontbeerlijk. Deze studie, uitgevoerd in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos, evalueert de huidige gegevens rond populatie-ontwikkeling van bever in Vlaanderen. Op deze manier wordt een wetenschappelijk onderbouwd kader gecreëerd waarbinnen beheerbeslissingen kunnen worden genomen die zowel de toekomst van de bever in Vlaanderen als het draagvlak voor zijn aanwezigheid ten goede zullen komen.