5 Besluit

Op basis van de verwerking van de telgegevens van de jagers en de externe partij kunnen we besluiten dat er in 2021 een significant globaal verschil is tussen de telresultaten van de lokale jagers en de externe partij voor de deelnemende WBE’s. De externe partij telt hierbij ongeveer een kwart meer koppels in vergelijking met de lokale jagers. Er zijn enkele elementen die mogelijks dit verschil kunnen verklaren.

Een eerste element is het feit dat hoewel het telprotocol toelaat om tellingen te starten vanaf 15 januari, er aangeraden wordt om bij een koude winter later te starten aangezien de koppelvorming pas later zal optreden. 2021 kende een late koude periode net bij de start van de tellingsperiode. Tellingen die op dat moment uitgevoerd werden hebben een hogere kans op het detecteren van groepen en een lagere kans op het detecteren van koppels. Bij de interpretatieregels van de clustering komen waarnemingen van groepen op een lager niveau dan de waarneming van koppels. Het uitvoeren van tellingen in het begin van de tellingsperiode in 2021 verhoogt hierbij mogelijks de kans op een lagere schatting van het aantal koppels in vergelijking met tellingen die later op de tellingsperiode uitgevoerd werden. Doordat de tellingen van de externe partij pas uitgerold werden in de tweede week van februari (dus na de koude periode), kan dit mogelijks bijdragen aan een hogere schatting door de externe partij i.vm. de jagers. Een evaluatie van de tellingsperiode van beide partijen is voorzien bij de verdere verwerking van de gegevens.

Een tweede element is de specifieke opleiding voor het toepassen van het telprotocol die de externe partij gekregen heeft van het INBO. Dit zou tevens kunnen bijdragen tot de hogere telresultaten van de externe partij i.v.m. de jagers.

Een laatste element dat mogelijk een rol gespeeld heeft, is het feit dat de lokale jager vaak meetelde met de externe partij waardoor er minstens twee tellers aanwezig waren op deze tellingen. In welke mate de tellingen van de jagers individueel dan wel met meerdere tellers uitgevoerd werden is niet gekend.

Op basis van bovenstaande analyse kan besloten worden dat er in 2021 alvast geen systematische hogere telresultaten bekomen worden in de deelnemende WBE’s in vergelijking met de telresultaten van de externe partij.

Wel toont een verdere analyse aan dat een aantal individuele telblokken sterk afwijkende hogere telresultaten vertonen t.o.v. de verwachte waarden voor de WBE. Hierbij loont het de moeite om de waarnemingen van deze telblokken nader te inspecteren om na te gaan wat er aan de hand is. Zeker wanneer meerdere van deze sterk afwijkende telblokken binnen eenzelfde WBE gelegen zijn, kan dit een impact hebben op de gemiddelde densiteit van de WBE. Van de 30 sterkst afwijkende telblokken zijn er bijvoorbeeld 2 WBE’s die 4 sterk afwijkende telblokken bevatten. Dergelijke kwaliteitscontrole aangevuld met de bijkomende analysetechnieken voor kwaliteitscontrole die later uitgevoerd zullen worden, laten toe om vanaf 2022 een gerichte en kleinschaligere controle uit te voeren voor het valideren van de gerapporteerde telgegevens.

 

Creative Commons-Licentie Onkelinx, T. & Carmen, R. (2021). 10.21436/inbor.52401745