5 Indicatormandjes

De volgende secties geven voor elk habitattype of regionaal belangrijk biotoop een tabel met de indicatorsoorten en een tabel met structuurindicatoren. Voor de soorten geven we in appendix A een indicatie van hun relatieve frequentie van voorkomen in Duinen, Polders, Kempen, Leem en Zandleem.

In appendix B hebben we al de informatie uit deze tabellen in één lange tabel gestoken die filterbaar is. Dit is nuttig wanneer indicatorlijsten nodig zijn voor een mix van habitattypes en regionaal belangrijke biotopen, zoals bij mozaïekvegetaties.

5.1 binnendijkse zeekraalvegetatie (1310_pol)

5.2 buitendijks laag schor (1310_zk)

5.3 buitendijks hoog schor (1310_zv)

5.4 schorren met slijkgras (1320)

5.5 zilte graslanden (1330_hpr)

5.6 embryonale duinen (2110)

5.7 wandelende duinen (2120)

5.8 kalkarme duingraslanden (2130_had)

5.9 kalkrijke duingraslanden (2130_hd)

5.10 vastgelegde ontkalkte duinen (2150)

5.11 duindoornstruwelen (2160)

5.12 kruipwilgstruwelen (2170)

5.13 duinbossen (2180)

5.14 duinpannen (kalkrijk) (2190_mp)

5.15 droge heide op landduinen (2310)

5.16 buntgrasvegetatie (2330_bu)

5.17 zeer zwakgebufferde vennen (3110)

5.18 oligotrofe tot mesotrofe vijvers en vennen (3130_aom)

5.19 dwergbiezenvegetaties (3130_na)

5.20 kranswierwateren (3140)

5.21 van nature eutrofe wateren (3150)

5.22 dystrofe vennen (3160)

5.23 beken en rivieren met bepaalde waterplanten (3260)

5.24 voedselrijke slikoevers met bepaalde eenjarige planten (3270)

5.25 vochtige heide (4010)

5.26 droge heide (4030)

5.27 stroomdalgraslanden (6120)

5.28 struisgrasland (6230_ha)

5.29 vochtige heischrale graslanden (6230_hmo)

5.30 droge heischrale graslanden (6230_hn)

5.31 kalkrijkere heischrale graslanden (6230_hnk)

5.32 blauwgras- en veldrusgrasland (6410_mo + 6410_ve)

5.33 nitrofiele boszoom (6430_bz)

5.34 moerasspirearuigte (6430_hf)

5.35 ruigte en zoom met harig wilgenroosje (6430_hw)

5.36 ruiger rietland (6430_mr)

5.37 glanshavergrasland (6510_hu)

5.38 habitatwaardig vossenstaartgrasland (6510_hua)

5.39 kalkrijk kamgrasgrasland (6510_huk)

5.40 pimpernelgrasland (6510_hus)

5.41 actief hoogveen (7110)

5.42 basenrijk trilveen (7140_base)

5.43 circum-neutraal overgangsveen (7140_meso)

5.44 rietland op drijftillen (7140_mrd)

5.45 zuur overgangsveen (7140_oli)

5.46 pioniervegetaties met snavelbiezen (7150)

5.47 galigaanmoerassen (7210)

5.48 alkalisch laagveen (7230)

5.49 soortenrijke struisgrasvegetatie (rbbha)

5.50 dotterbloemgrasland (rbbhc)

5.51 moerasspirearuigte met graslandkenmerken (rbbhf)

5.52 natte ruigte met grote wederik en hennegras (rbbhfl)

5.53 kamgrasland (rbbkam)

5.54 grote zeggenvegetatie (rbbmc)

5.55 rietland en andere vegetatie van het rietverbond (rbbmr)

5.56 kleine zeggenvegetatie niet vervat in 7140 (rbbms)

5.57 grote vossenstaartgrasland (rbbvos)

5.58 zilverschoongrasland (rbbzil)