1 Inleiding

Indicatormandjes zijn geordende en gedocumenteerde lijsten van soorten of kenmerken die gekoppeld kunnen worden aan een bepaald beheerdoel (N2000-type, RBB, …). Ze bevatten dus vnl. biotische informatie. Aan de hand hiervan moeten beheerders in staat zijn de toestand van een bepaalde beheereenheid te evalueren en (bij herhaling om de 6 jaar) ook inzicht te krijgen in veranderingen van die toestand. Dit moet ook kunnen indien er een herstel- of ontwikkelingstraject gevolgd wordt.
Ze laten dus toe om af te toetsen of een beheerder dichter bij zijn doelen komt en laten bijsturing van het beheer toe (adaptive management).

De indicatormandjes bevatten plantensoorten en structuurkenmerken:

Plantensoorten worden onderverdeeld in:

  • Sleutelsoorten (voor Europese habitats) of kwaliteitsindicerende soorten (voor RBB’s): indiceren een goede staat van instandhouding.
  • Storingssoorten: indiceren een verstoring in de abiotiek en/of een ongunstig beheer of zijn invasieve exoten.
  • Trajectsoorten, die een positieve evolutie op weg naar het doel indiceren, hetzij door veranderingen in abiotiek of in de structuur van de vegetatie.

Structuurkenmerken refereren naar:

  • Kenmerken van vegetatiestructuurklassen
  • Terreinkenmerken