1 Inleiding

Sinds 2008 is de jacht op patrijs in Vlaanderen gebonden aan een aantal voorwaarden. De eerste voorwaarde vermeldt het voldoen aan een gemiddelde dichtheid van minstens 3 broedparen per 100 ha open ruimte. Het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) staat in voor de berekening van deze dichtheden en brengt hierover advies uit aan het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB).

Aangezien de jachtwetgeving geen definitie geeft van de open ruimte, kozen we bij de invoering van deze regelgeving om te werken met de biologische waarderingskaart (BWK). De BWK is een gebiedsdekkende inventaris van het biologische milieu en van de bodembedekking van het volledige Vlaams Gewest. Deze kaart wordt door het INBO opgemaakt aan de hand van een inventarisatie met behulp van vooraf gedefinieerde karteringseenheden. De verschillende karteringseenheden werden beoordeeld als behorende tot de categorie “open ruimte” of “niet open ruimte” voor patrijs. Op deze manier kon een afbakening van de open ruimte bepaald worden.

Voor de berekeningen van de dichtheden van de broedparen werd steeds gewerkt met de meest recente versie van de BWK. Ook Onkelinx (2021) gebruikte de meest recente versie van de BWK (De Saeger et al., 2020). De verschillende versies verwijzen echter naar de kaart als geheel, niet naar de laatste update van elk polygoon in de kaart. Zo stelt De Saeger et al. (2020) dat in de meest actuele versie ongeveer driekwart van de oppervlakte van het niet urbaan gebied gebaseerd is op een kartering van 2007 of ouder (fig. 1‐1 in De Saeger et al. (2020)). Het gevolg is dat de BWK voor sommige gebieden niet langer het actuele landgebruik weergeeft. Wat op zijn beurt weer aanleiding geeft tot fouten in de kaart met open ruimte relevant voor patrijs.

In het kader van de uitrol van een standaard telprotocol voor patrijs, werd daarom beslist om een alternatieve bepaling van de open ruimte voor patrijs uit te werken. Gezien de hoeveelheid vragen en opmerkingen over de vorige kaart, willen we de nieuwe kaart tevens transparant, open en reproduceerbaar maken. Elke betrokkene kan hierdoor de werkwijze (laten) nakijken of zelf opnieuw (laten) uitvoeren. Om dit te kunnen garanderen, gebruiken we enkel kaartmateriaal dat als open data beschikbaar is en vrije software. In dit rapport beschreven we welke alternatieve kaarten we in overweging genomen hebben. Vervolgens beschrijven we op welke manier we de nieuwe open-ruimte-kaart uitwerken.

Referenties

De Saeger S., Guelinckx R., Oosterlynck P., De Bruyn A., Debusschere K., Dhaluin P., Erens R., Hendrickx P., Hennebel D., Jacobs I., Kumpen M., Op De Beeck J., Spanhove T., Tamsyn W., Van Oost F., Van Dam G., Van Hove M., Wils C. & Paelinckx D. (2020). Biologische Waarderingskaart en Natura 2000 Habitatkaart, uitgave 2020. Rapporten van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Nr. 35. Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, België. https://doi.org/10.21436/inbor.18840851.
Onkelinx T. (2021). Steekproefontwerp en steekproefgrootteberekening voor de monitoring van Patrijs. Rapporten van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Nr. 7. Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, België. https://doi.org/10.21436/inbor.29357885.

 

Creative Commons-Licentie Onkelinx, T. & Carmen, R. (2022). 10.21436/inbor.70809860