11.2 Zwevende figuren
Zwevende figuren worden in de buurt van de code geplaatst. Ze worden in de mate van het mogelijke op de plaats van de code geplaatst, bovenaan de pagina of onderaan de pagina. Indien veel figuren onmiddellijk na elkaar geplaatst worden, zullen sommige figuren naar een volgende pagina verplaatst worden. Je kan er naar verwijzen op basis van de naam van de chunk: figuur 11.1, 11.2 en 11.3.
De standaardafmeting van figuren is 4.5 inch (114 mm) breed en 2.9 inch (74 mm) hoog. Het bestandsformaat van de figuren hangt af van het output-formaat. In geval van pdf worden pdf figuren aangemaakt, in geval van HTML png figuren (300 dpi). Indien gewenst kan je hier van afwijken. Dat kan zowel door een nieuwe standaard op te geven voor het volledige bestand als door aangepaste afmetingen op te geven voor individuele figuren. Deze afmetingen moet je in inch opgeven. Je kan ook forceren om een ander bestandsformaat te gebruiken. Bijvoorbeeld ‘png’ in plaats van ‘pdf’. Dan kan nuttig zijn wanneer de figuur uit veel elementen bestaat, bijvoorbeeld een scatterplot van een grote dataset.
ggplot(esoph, aes(x = ncases / (ncases + ncontrols))) +
geom_histogram() +
facet_wrap(~agegp, scales = "free")
ggplot(
mtcars,
aes(x = wt, y = mpg, colour = factor(cyl), fill = factor(cyl))
) +
geom_point() +
geom_smooth(method = "lm")
## `geom_smooth()` using formula 'y ~ x'
Onkelinx, T. (2021). https://doi.org/10.5281/zenodo.842223