R/geefInfoHabitatfiche.R
geefInfoHabitatfiche.Rd
Deze functie geeft de inhoud van de tabellen habitatkarakteristieken en beoordelingsmatrix uit de rapporten van de Lokale Staat van Instandhouding voor de habitattypes die voldoen aan de opgegeven parameters. Volledigheidshalve geeft ze ook de uitgebreide namen van de habitattypes en habitatsubtypes. De uitvoer van deze functie kan gebruikt worden om rapportages op te maken (bv. rapport samenstellen met LSVI-criteria,...). Een 'afgewerkt rapport' kan gegenereerd worden met de functie maakHabitatfiches().
De parameters kunnen enkel de hieronder gespecifeerde waarden bevatten en moeten als string opgegeven worden. Default is telkens 'alle', waarbij de soortenlijsten voor alle mogelijke waarden van die parameter weergegeven worden (m.a.w. er is geen selectie voor deze parameter).
geefInfoHabitatfiche(
Versie = "alle",
Habitatgroep = "alle",
Habitattype = "alle",
Criterium = "alle",
Indicator = "alle",
Stijl = c("Rmd", "tekst"),
ConnectieLSVIhabitats = NULL
)
De versie van het LSVI-rapport, bv. "Versie 2" of "Versie 3". Bij de default "alle" worden de gegevens voor de verschillende versies gegeven. De mogelijke waarden kunnen opgevraagd worden via geefUniekeWaarden("Versie", "VersieLSVI") of geefVersieInfo().
Parameter waarmee alle habitats van een bepaalde habitatgroep kunnen geselecteerd worden, bv. "Bossen", "Heiden", "(Half-)natuurlijke graslanden", "Zoete en brakke wateren",... en "alle" (=default). Deze waarde moet niet gespecifieerd worden als een bepaald habitat(sub)type geselecteerd wordt. De mogelijke waarden kunnen opgevraagd worden via geefUniekeWaarden("Habitatgroep", "Naam").
Parameter waarmee een habitattype of habitatsubtype kan geselecteerd worden. Als dit een habitattype betreft met meerdere subtypes, zullen de gegevens van alle subtypes van dit habitattype weergegeven worden. De mogelijke waarden kunnen opgevraagd worden via geefUniekeWaarden("Habitattype", "Code"). Er is voor deze parameter ook de mogelijkheid om een vector van meerdere habitat(sub)typen op te geven.
Het LSVI-criterium waarvoor de gegevens geselecteerd worden: "Vegetatie", "Structuur", "Verstoring" of "alle".
De indicator waarvoor de gegevens uit de databank gehaald worden. De mogelijke waarden kunnen opgevraagd worden via geefUniekeWaarden("Indicator", "Naam").
Keuze uit "Rmd" en "tekst". Bij Rmd (default) worden soortgroepnamen voorafgegaan en gevolgd door "__" en Latijnse namen van soorten door "_", waardoor deze bij gebruik van RMarkdown worden omgezet naar resp. vet en italics. Bij tekst worden deze underscores weggelaten.
Connectie met de databank met indicatoren voor de LSVI van habitats, in te stellen d.m.v. functie connecteerMetLSVIdb.
Deze functie genereert een tabel met alle gegevens die nodig zijn om de tabellen habitatkarakteristieken en beoordelingsmatrix uit de LSVI-rapporten te genereren.
# Omwille van de iets langere lange duurtijd van de commando's staat bij
# onderstaand voorbeeld de vermelding 'dontrun' (om problemen te vermijden
# bij het testen van het package). Maar het voorbeeld werkt en kan zeker
# uitgetest worden.
if (FALSE) {
library(LSVI)
maakConnectiePool()
geefInfoHabitatfiche(Versie = "Versie 2.0", Habitattype = "4030")
library(pool)
poolClose(ConnectiePool)
}